Op uitnodiging van SPW hield het EESV Seine-Schelde haar maandelijkse bijeenkomst op de site van de sluis van Obourg nabij Bergen in Wallonië.
Twee werven binnen het grootste binnenvaartnetwerk voor groot gabarit in Europa werden daarbij extra toegelicht: de ontdubbeling van de sluis van Obourg en de verbreding van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes.
Het EESV is samengesteld uit afgevaardigden van de vier waterwegbeheerders belast met de realisatie van het netwerk Seine-Schelde De Vlaamse Waterweg, Service public de Wallonie, Société du Canal Seine-Nord Europe en Voies navigables de France. Vertegenwoordigers van DG Move en CINEA sloten aan.
- Verdubbeling van de sluis van Obourg
De sluis van Obourg bevindt zich op een strategische plek die de verbinding tussen het Seine-Scheldenetwerk, de Maas en de Rijn mogelijk maakt. De werken omvatten de bouw van een bijkomende sluis, een gemeenschappelijk bedieningsstation, de aanleg van een zwaaikom en landschapsinrichtingen. Na de werken, die in 2024 startten en eind 2027 voltooid zullen zijn, moeten schepen tot klasse Va het sluiscomplex kunnen passeren. Nu is dat nog klasse IV. De investeringskost bedraagt 129 miljoen euro waarvan 55,5 miljoen euro medegefinancierd door de Europese Unie in het kader van Connecting Europe Facility (CEF). - Verbreding kanaal Nimy-Blaton-Péronnes
De verbreding van het kanaal Nimy-Blaton-Péronnes en het aanpassen van de bochten zal toelaten dat schepen van klasse Va (110 meter) en Va+ (135 meter) tussen Frankrijk en het Maasbekken kunnen varen. Het kanaal werd 60 jaar geleden aangelegd. Het kanaal zal straks verdeeld over vijf sectoren geschikt zijn voor enkelvaart. Tussenin bevinden zich passeerstroken. De aanpassingswerken zijn verdeeld over drie fasen en kosten 84,5 miljoen euro waarin de Europese Unie meefinanciert.


